Het plussysteem maakt gebruik van thermische collectoren achter de PV-panelen, een water-water- warmtepomp, een systeembesturing en een warmteput. Deze warmteput is feitelijk een vervanger van de traditionele bronboring. Het grote voordeel van de warmteput is de onafhankelijkheid; er is immers geen bron nodig die gebruik maakt van diepe grondlagen waar meerdere bronpompen gebruik van maken. Er is dus ook geen bronvergunning nodig. Bovendien is de temperatuur van een warmteput optimaal voor een water-water-warmtepomp. De warmteput bevindt zich ondergronds en is afgesloten met een deksel. Dit is een speciaal type dat voorzien is van een Gardena-aansluiting, zodat er snel en eenvoudig een tuinslang op aangesloten kan worden.
Het grootste verschil met het basissysteem is dat er bij het plussysteem ook gebruik gemaakt wordt van het regenwater. In de warmteput bevindt zich een regenwaterpomp waarmee de bovenste laag water in de warmteput gebruikt kan worden voor tuinberegening. Deze pomp trekt de put niet volledig leeg, maar maakt enkel gebruik van de bovenste laag.
Onder de PV-panelen zijn thermische collectoren aangebracht. Deze verzamelen thermische energie. De verzamelde energie wordt direct gebruikt voor het maken van warm tapwater en de verwarming van de woning via de warmtepomp. Wanneer de collectoren meer energie leveren dan de warmtepomp op dat moment nodig heeft wordt deze restenergie door de wisselaars in de warmteput geleid, zodat het water in de put opwarmt. Wanneer de warmtepomp meer energie nodig heeft dan er vanaf het dak geleverd wordt onttrekt de warmtepomp deze energie weer uit de warmteput. Het (regen)water in de warmteput fungeert zo als het ware als een accu die steeds opnieuw wordt opgeladen. Niet alleen de thermische collectoren, maar ook door de temperatuur van de bodem zijn van invloed op de temperatuur van het opgeslagen (regen)water.